woensdag, februari 01, 2006

boekrecensie, gepubliceerd, the little friend, 2003

De nieuwe Donna Tartt is eindelijk gearriveerd. Na tien jaar heeft onze aller Donna een tweede roman op haar naam staan. De fans van het eerste boek The secret history hebben lang moeten wachten, wat op zich al een publiciteitsstunt is. Gefluisterd wordt dat zij last had van het tweede romansyndroom. Waarschijnlijk zal Brett Easton Ellis, die zij ontmoette via een blind date, een aantal keer het manuscript gelezen hebben vooraleer het onder de pers vandaan kon rollen. Met Brett Easton Ellis volgde zij samen colleges Grieks in de het Bennington College bij een charismatische docent die figureert in De verborgen geschiedenis.
Feit is dat de wereldpremière van The little friend plaats vond in Nederland. Donna Tartt werd gelanceerd als een popster: Madonna Tartt. Posters, levensgroot (ze is maar 1.50 m!) hingen in abri’s, verspreid over gans Amsterdam. Strak in het zwart, opvallende ogen, een pagekapsel. Ze lijkt haast op een moderne geisha, zonder de witte make-up dan, gekleed in een kimonoachtige outfit. De redenen waarom Nederland met de eer gaat lopen, zijn bekend: de directeur van De Bezige Bij, Robert Ammerlaan, is een persoonlijke vriend. Het succes dat ze in Nederland had, was niet te schatten: in nauwelijks tien dagen tijd was de eerste druk van De kleine vriend, van 150.000 exemplaren, uitverkocht. In België gaat het er iets rustiger aan toe.
Het verhaal van de kleine vriend speelt zich af in een fictief plaatsje Alexandria, Missisipi in het Amerikaanse zuiden van de jaren zeventig. Donna Tartt heeft gekozen voor die periode omdat zich dan pas veranderingen voordoen: de steden dijen uit, de popmuziek doet zijn entree evenals de bijbehorende drugs. In de jaren zestig zat het zuiden namelijk nog vast in de jaren dertig.
In het nieuwe boek is het hoofdpersonage de twaalfjarige Harriet, waarmee Donna Tartt zowel uiterlijke als innerlijke kenmerken deelt. (Harriet is klein, zelfs voor haar leeftijd, geen schoonheid maar wel bij de pinken, ze heeft priemende ogen en sluik zwart haar)
Elf jaar geleden, toen Harriet nog een baby was en Allison vier jaar, wordt hun toen negenjarig broertje Robin teruggevonden in de tuin, opgeknoopt aan een boom. Vermoed wordt dat hij vermoord is; de dader wordt nooit gevonden. Haar broertje heeft nog steeds een zwijgzame, stille plek in de familie.
Harriet en haar zusje, de vijftienjarige Allison groeien op in een huis zonder vader (die werkt en woont in een andere stad en stuurt elke maand een cheque), met een pillenslikkende moeder en bemoeizieke tantes en grootmoeder Edie die beurtelings de rol van moeder op zich nemen. (Ook Donna Tartt groeide op, omringd door tantes.) Tenslotte is er nog de rancuneuze huishoudster Ida Rhew.
Harriet gaat naar de zondagsschool en in de laatste les roept de leraar de kinderen op na te denken over een doel, te verwezenlijken tijdens de grote vakantie. Harriet besluit op zoek te gaan naar de moordenaar van Robin en wordt daarbij gesteund door haar kameraadje Hely, die haar als een ‘genie’ beschouwt. Ze ontpopt zich tot een echte detective: na talloze krantenknipsels te hebben uitgepluisd en de familie te hebben ondervraagd (die niet echt bereidwillig is), leidt een eerste spoor naar een zoon van de Rattclifs, gevoed door Ida. De rest moet je zelf ontdekken.
De kritieken zijn zeer gemengd: de ene helft boekbesprekers zegt dat het niet zo goed is als het vorige boek, de andere helft vindt het een meesterwerk. Miss Tartt vindt het boek beter dan de vorige: omdat ik een stukje ouder en wijzer ben dan toen, en ook omdat ik gewoon technisch een betere schrijfster ben geworden, technieken beheers die ik toen nog niet onder de knie had, uitdagingen aandurf waar ik toen voor terugdeinsde. Bijvoorbeeld het vertellen van een verhaal vanuit het gezichtspunt van totaal verschillende karakters en personages, van een twaalfjarig meisje tot een zeer oude grootmoeder uit een whitetrash-familie. (Bron: DM, woensdag 25 september 2002)
Wat maakt iets tot een ‘beter’ boek? Technisch gezien zit dit verhaal zeker vernuftiger in mekaar maar de voorkeur voor een bepaalde personages en het decor zijn subjectief. Als ik dan toch mijn mening mag spuien: mijn voorkeur gaat uit naar The Secret History. De personages blijken dan volgens Brett Easton Ellis geen seksuele gevoelens te hebben, de Dyonisische rituelen, de sfeer op de universiteit en de groeiende paranoia onder de personages maakt de sfeer veel broeierig.
Centrale thema’s in The Little Friend zijn de dunne lijn tussen goed en kwaad, het onvermogen om te gaan met de waarheid, het verlies van onschuld en onwetendheid, hoe sterk en zwak een mens tegelijk kan zijn.
De karakters zijn erg uitgediept en het is interessant om te weten wat er in ieders hoofd afspeelt. De die hard fans van Donna Tartt mogen dit toch niet missen. Als je 10 jaar op je honger hebt moeten zitten en weet dat de schrijfster met een gemiddelde van 47 woorden per dag schreef, is het verlangen des te groter om een vervolg te breien aan het fijne gevoel dat je overhield aan De verborgen geschiedenis.

Geen opmerkingen: