zaterdag, mei 20, 2006

Oproep aan de heer Bert Anciaux

' Het gaat me niet alleen om het geld'. Dat staat in het artikel over bloggen. Neen tuurlijk niet, maar het zou toch welkom zijn om nog een paar sponsors bij te krijgen.
Dus degenen die zich geroepen voelen, een aankomende schrijfster te helpen,
320-0054475-31. Alvast bedankt!!!! Ook dank aan Erwin Melaerts, mijn enigste trouwe sponsor tot nu toe...(5 euro per maand, alle beetjes helpen om mij uit het moeras te krijgen)Ach, wie weet kan ik binnenkort voor Nina gaan schrijven als mijn voorstellen worden goedgekeurd en ik een proefopdracht mag doen. Ik heb onlangs gelezen dat op de maatschappelijke ladder, journalisten, net boven prostituées komen. Eigenlijk zijn journalisten hoeren (met alle respect voor 'de dames van lichte zeden') met het verschil dat wij zelf naar de klant moeten gaan om onze diensten aan te bieden. Heel enthousiast heb ik eind 2004 een journalistencursus beëindigd en ging ik na talloze saaie jobs, een wervelend leven leiden. Veel is daar tot nu toe nog niet van gekomen. Via allerlei interimjobs probeer ik de eindjes aan mekaar te knopen, terwijl ik af en toe een paar journalistieke opdrachten te pakken krijg. Vallen en opstaan, dat is het. De Flair, jaren probeer ik daar al binnen te raken. Twee keer was ik bijna binnen, uiteindelijk neemt men dan iemand intern in dienst. Ondertussen stapelen mijn schulden zich op, zit ik voor schuldbemiddeling bij het OCMW en zie ik mijn droom steeds verder verschuiven. Ik moet geduld hebben, tuurlijk, maar zoals gisteren een collega van me zei (ja, ik ben momenteel 'vliegende receptioniste' voor een heel groot bedrijf en werk ongeveer twee dagen per week) er zijn twee soorten mensen: mensen die met hun gat in de boter zijn gevallen en mensen die met hun gat in de s....zijn gevallen. We besloten dat we allebei tot de laatste categorie behoorden. Dus een donatie als je mijn verhaaltjes apprecieert, het zou me erg helpen. Op mijn ouders hoef ik namelijk niet te rekenen. Mijn lieve moeder zou me zo graag willen helpen, maar mijn vader is erg ziek, hij is aan zijn hart geopereerd een paar weken geleden en nu moet hij binnenkort terug binnen voor zijn longen. Ik heb hem al zes jaar niet gezien, mijn vader houdt niet van zijn kinderen, mijn moeder des te meer.
En mijn lief, ach, ik kies blijkbaar de verkeerde uit, al voelt het aan alsof hij de ware is voor mij, er is vanalles tussen ons gebeurd en ik hoop zo dat het goed komt, maar hoe positief ik ook probeer te zijn, het lijkt wel of er altijd een schadwu over mijn geluk hangt. Een jaar heb ik in ons geloofd, om dan te constateren dat ik bitter weinig terug krijg. En nu zit ik hier, ik voel me volledig leeggezogen. Ik moet een verhaal schrijven voor één juni, voor de Schrijversacademie. Gisteren is het me eindelijk gelukt aan de cursus Proza te beginnen. 40 bladzijden al achter de rug. Ik heb al verschillende verhaaltjes geschreven maar nu is de benadering anders. Vooraf moet ik bepalen wat het aandeel in sfeer is, hoe de personages zijn, wat het thema is. Een soort kapstok dus. Het zou een writersblock voorkomen. Ik heb net een maand een writersblock gehad. De liefde of het gebrek eraan verlamde me. Ik wou zo graag een toekomst met hem, maar het is me precies niet gegund. En nu ga ik de krant kopen en dromen van een hoop sponsors. Wie weet kan Bert Anciaux me een subsidie geven, nu Kate Ryan eruit ligt. Ik wil gerust mijn onafgewerkte magisch-realistisch verhaal dat zich in hedendaags Antwerpen afspeelt, af maken, als ik maar eens weg kan van hier, naar het buitenland, een beetje reizen, een beetje schrijven. Reizen inspireert me altijd! Ik zou een perfect reisverhaal kunnen schrijven. Over operahuizen in de heel de wereld. Meneer Anciaux, snik, waar bent u?

woensdag, mei 17, 2006

Luna en Oulemata, symbolen van vreedzame omgang

/Niemand zal de dag vergeten dat Luna en Oulemata werden neergeschoten in de Zwartzustervest. Iedereen hier in België, zal zich zoals in de tijd van 9/11 herinneren waar hij was. Ik bijvoorbeeld, was iets voor de vreselijke moord, in het Archief en Museum voor Vlaams cultuurleven. Ik ben de Zwartzustervest gepasseerd, die er toen nog vredig bijlag. Ik kwam net van de dokter, maar ik moest dezelfde dag terug naar de 'open raadpleging'. Toen ik met mijn stiefvader het AMVC buitenkwam om een soepje te gaan eten in de Kat, was het onheil al geschied. Voor ons, aan het standbeeld van Paul van Ostaijen, lag Songul, de Turkse vrouw op de grond. Ondanks alle pijn, probeerde ze haar hoofddoek terug op haar kruin te zetten. Vanaf dat moment ging het als een lopend vuurtje door de stad. de verslagenheid was groot in Antwerpen.
Ik dacht aan de woorden van mijn lief: in één seconde kan je leven compleet veranderen. Als ik daar vroeger was geweest, had ik de woede van de moordenaar kunnen opwekken. Wat had ik gedaan als hij mijn pad had gekruist? Was ik weggelopen als een lafaard? Was ik ontvlucht om hulp te zoeken? Was ik hem tegemoet getreden in de onwetendheid dat hij me ook zou afknallen, want als ik mijn 'bruine' medemens verdedig, is dat voldoende om me het licht in de ogen niet te gunnen. Wie zal het weten, maar ik die soms het leven moe ben en zit te zeuren over alles wat mis is gegaan de laatste tijd tussen mijn lief en mij, of mijn journalistencarrière die slechts moeizaam nordic walkt, voelde ineens een grotere aanwezigheid. Zo precies van het is nog niet aan jou, jij hebt hier nog vanalles te doen. Ik hoorde die dag op de radio, de mens die talenten heeft, is verplicht die te gebruiken. Ik wil niet arrogant overkomen, dus ik zal mijn vermeende talenten hier niet beschrijven en aan de lezer zelf laten uitmaken of hij die ziet. In ieder geval, mijn leven is veranderd, maar niet desastreus. Ik lig niet in het ziekenhuis, ook al moest ik, net als Songul, voor de ramp, naar de dokter. Ik ben misschien wel mijn lief kwijt, ik weet het niet, ik wil echt vechten voor onze relatie en teveel communiceren, hetgeen hij niet kan. Ik moet hem tijd gunnen, voor zichzelf, voor ons.
En toch is mijn leven veranderd in die zin dat ik blijf stilstaan bij het geschenk te mogen leven,ik voel een grote dankbaarheid dat ik niet vroeger het pad van Hans van Temsche kruiste, maar tegelijkertijd een diepe droefheid om hetgeen te vreselijk is voor woorden. Waarom? is de vraag die de laatste maanden werd gesteld. De kleine Luna, die enkele weken geleden nog met haar papa in de Sint-Pauluskerk wandelde, vroeg op een gegeven moment aan hem stil te zijn. Vandaag, 17 mei wordt ze begraven in dezelfde kerk. 'Laat haar dood nuttig zijn' vraagt haar mama. Op momenten zoals deze geloof ik dat er iets is. Dan ben ik ervan overtuigd dat de kleine blonde engel een grote taak had hier op aarde. Toen ik donderdag naar de opening van de expo van Jan Fabre ging, in het MUHKA, scheen de maan vol boven het dakterras. Ik bleef ernaar kijken, opvallend fel scheen ze. 'Only acts of poetical terrorisme' is de naam van de expo. Dit was racistisch terrorisme, wat die 18-jarige gast op zijn geweten heeft. De tentoonstelling was verrassend maar daar op het dakterras ging mijn hart terug uit naar de kleine Luna en de mooie Malinese Oulemata, die nu voor eeuwig samen zullen spelen. Zo leek het er ook op, toen ik zaterdag naar de Zwarzustervest reed: de plaats was omgetoverd tot een kinderparadijs, vol met knuffels, speeltjes en bloemen. Helaas moet ik vandaag werken, maar ik roep iedereen op om in groten getale naar de Grote markt te gaan, om de laatste eer te bewijzen aan Luna. Ik probeer tussen mijn pauze verwoede fietspogingen te ondernemen om er te geraken. Want er is wel degelijk iets veranderd in mijn bewustzijn. Ik heb geen kinderen, maar Luna heeft mijn moedergevoelens aangewakkerd. En doordat ik heb gehuild om Luna, is mijn lief beginnen 'freaken'. Hij vreest dat ik een kind wil, hij kent me niet goed genoeg om te weten dat ik hem zoiets zou aandoen. En ik ben opnieuw dankbaar dat ik leef. Ik zal mijn best doen om mijn talenten aan te wenden en iets positiefs te doen voor deze wereld, elke dag opnieuw. Ik hoop dat ik vandaag mijn steentje bijdraag met deze column.