woensdag, maart 09, 2005

Ode aan Gainsbourg 1990

Rook nog een Gitane
voor je sterft

je hebt het haar niet gezegd
'je suis venu te dire que je m'en vais'
ze is geschrokken
weet je

je hebt het niet verteld
je vele vrouwen
je zei wel
'je t'aime moi non plus'

geen'Lemon Incest' meer
met Charlotte
Rook nog maar een Gitane
je laatste
beroemd ben je al

Gainsbourg is dood
hij gaf me herinneringen
als eerbewijs
koop ik een pakje Gitane
een Harley is
me iets te prijzig

Het is jammer, ik was van plan om het gedicht rond te delen op Soirée Gainsbourg en dat is er niet van gekomen omdat ik dood was in cyberland. Geld maakt dan misschien niet gelukkig maar het is wel handig als je on line wil blijven...donaties altijd welkom op 320-0054475-31. Ik beloof dat het nuttig besteed wordt!


een gedicht voor mijn overleden tante Gusta (1996)

Je moet weten dat op het moment dat ik het gedicht schreef, helemaal niet wist dat mijn tante, van wie ik dacht dat die zoveel van me hield, me eigenlijk gebruikte als dochter, omdat zij geen kinderen kon krijgen. Op zich is dat niet zo erg, tenzij je dan ook nog weet dat er een vete was tussen mijn ouders en mijn tante en nonkel. Ik als kind, stond middenin die vete, mij van niets bewust. Maar ik werd wel gebruikt om mij moeder te kwetsen! Mijn tante lokte mij met lieve woordjes en lekkere gerechten, hetgeen mijn mama mij niet kon geven op dat moment! Mijn moeke was zelf opgegroeid in een emotioneel arm gezin. Op een gegeven moment is mijn tante me beginnen 'verstoten'. Ze vond dat ik niet genoeg voor haar deed. Ze vond dat ik een studierichting volgde (Latijn) die niet voor 'mijn stand' was. Ik was 16, ik voelde een lichte wrevel en opstandigheid. Mijn katholieke tante die denkt in termen van klassen? Help. Van toen af is het bergaf gegaan. Een jaar voor haar dood ging het terug beter, wou ze opnieuw contact. Jammer dat ze me niet vertelde dat ze kanker had...het gedicht heet: ode aan mijn liefste tante
net als rozenblaadjes
van de rode en roze rozen
uit jouw rozentuin

die door een wervelwind
ik-weet-niet-waar naar toe gaan
ben jij weggerukt uit mijn leven

zonder afscheid te kunnen nemen
geen woord kunnen wisselen
over wat er gebeurd is
en wat er niet gebeurd is

jij die het licht in mijn leven was
je nam me mee naar een zonnig paradijs
en we koesterden
zoete geheimen

waar ben je nu gebleven
ben je nog bij mij
heb je me vergeven
zie je hoe ik lijd

jij, die als een moeder was
ik, je onechte dochter

als een feniks in cyberland

Een feniks, de naam alleen al, doet vermoeden dat het om een vreemdsoortig wezen gaat. Wel die feniks, dat ben ik. Ik ben in as opgegaan en ik herrijs uit mijn eigen as. Ik weet niet of ik sterker ben dan ooit, misschien wel in wezen maar niet in mijn bankrekening. Ik beloof mezelf plechtig om elke morgen te bloggen zodat mijn talloze fans niet op hun honger moeten zitten. Ik wil opnieuw beginnen met een gedicht, geschreven door mijn dierbare grootnonkel, opgedragen aan mij. Het gaat over zijn vrouw en hoe hij die mist. Op 8 juli 2002, wanneer hij dit schreef, was hij honderd jaar en een paar maanden oud:

Mijn vrouw en ik

Je bent gezeten op mijn knie
wijl ik bedeesd je oog bezie
mijn handen blijven stil en roerloos
omdat ik het stil genot verkoos

Ik kan je niet vergeten
mijn hart ligt aan jouw keten
die ik toch nooit kan breken
als jij niet bent geweken